--> Inhoudstafel Brochure <--

Uitbreiding über Alles!

Door Hans Roels

De Europese Unie is allesbehalve een passieve toeschouwer als het op de Oost-Europese politiek aankomt. Vanaf de val van het IJzeren Gordijn heeft ze op verschillende manieren actief meegewerkt om de staatsgeleide economieën zo snel mogelijk om te vormen tot liberale markteconomieën. De sociale ravage die in Oost-Europa is aangericht (zie artikel hiervoor) is in aanzienlijke mate te wijten aan het EU-beleid. De laatste 10 jaar heeft Europa zich duidelijk als een arrogante grootmacht gedragen.

De EU is sinds tien jaar de grootste geldschieter in deze regio. Het IMF, de Wereldbank en de VS hebben ook aanzienlijke geldsommen voor de omschakeling naar de vrije markt gegeven, maar de EU is, met 200 miljard BEF aan giften op vijf jaar tijd, de belangrijkste gelddonor. De EU verbindt deze hulp aan voorwaarden die duidelijk pro-vrije markt zijn. Vooral projecten die helpen bij de ontwikkeling van de privé-sector, het “moderniseren” van de landbouw, het ontwikkelen van een nieuw (=afgeslankt) sociale zekerheidssysteem en de uitbouw van de infrastructuur worden door de Unie beloond. Op kosten van de EU en in het kader van de hulpprogramma’s (Phare en Tacis) werden honderden vrijemarktadviseurs naar Oost-Europa gestuurd om daar de regeringen te helpen bij de liberale veranderingen. Het verbaast daarom niet dat de Amerikaanse wetenschapper Slowinski aantoonde dat er een zeer nauw verband bestaat tussen de hoeveelheid hulp en de graad van liberalisering in een land: hoe meer vrije marktmaatregelen, hoe meer geld er van de EU komt.

Word lid en word snel rijk!

De EU heeft vooral een rol gespeeld door de Oost-Europese landen het lidmaatschap voor te spiegelen en dit van liberale voorwaarden te laten afhangen. Europa spiegelt het Oosten een snelle rijkdom voor. Dat paradijselijk leven zou er komen als de vroegere communistische landen de westerse hervormingsplannen zouden slikken.De toelatingsvoorwaarden tot de EU zijn een belangrijke factor waardoor de liberalisering in Oost-Europa gestimuleerd wordt. Wie lid wil worden van de EU moet aan een hele waslijst (vooral economische) criteria voldoen. Kandidaat-lidstaten moeten hun wetgeving aanpassen zodat deze niet strijdig is met de EU-richtlijnen en verdragen.Over de timing valt te onderhandelen maar over de basisvoorwaarden niet, elk land moet zijn markt openstellen voor buitenlandse bedrijven, moet de rol van de staat verminderen,... De “adviseurs” van de EU geven de politieke leiders van de kandidaat-lidstaten uitgebreid advies bij deze liberalisering. Om tot Europa te kunnen toetreden moet Polen bijvoorbeeld tegen 2002 nog duizenden EU-richtlijnen aannemen en meer dan 180 wetten.
De recente Oost-Europese geschiedenis laat duidelijk zien dat de EU een supermacht geworden is, die weinig scrupules vertoont om haar imperium uit te breiden. Wat zeer recent in Macedonië gebeurd is, is hiervan een pijnlijk voorbeeld. Dit balkanland beleeft een zeer onstabiele periode omwille van de slechte economische situatie en de opgelopen spanningen tussen Albanezen en Macedoniërs. Toen enkele maanden geleden een Albanese gewapende guerrilla aktief werd, besloot de EU diplomatiek tussenbeide te komen om een nieuwe balkanoorlog te voorkomen. Met dit doel tekende de EU een stabilisatieakkoord met Macedonië. Maar wat stond er ondermeer in dit akkoord?... dat er een volledige "vrije" handel tussen Europa en Macedonië zou komen. Europa maakt dankbaar gebruik van de zwakke positie van dit land om haar macht en vrije markt uit te breiden. Of deze liberalisering meer sociale stabiliteit en vrede zal brengen in Macedonië is zeer twijfelachtig!
De landen van Oost-Europa hebben nooit echt de kans gehad om voor een andere economische aanpak te kiezen. De hervormingen en shocktherapieën, die na 1989 aanvingen, zijn zeker niet ten einde want zelfs Europese ambtenaren stellen dat kandidaat-lidstaten een shockperiode zullen moeten doorgaan als ze effectief tot de EU toetreden. In Polen bijvoorbeeld zal dit betekenen dat 1,5 miljoen landbouwers weggeconcurreerd zullen worden éénmaal het land bij de EU is.

En groot en sterk Europa

De ERT, een lobbygroep van Europa’s grootste multinationals, pleit al jaren voor de uitbreiding van de EU naar het Oosten. Het vooruitzicht van miljoenen hoogopgeleide werkkrachten met lage lonen en een nieuwe markt met 150 miljoen consumenten doet de ERT watertanden. “Het is alsof we een tweede Zuidoost-Azië ontdekt hebben aan onze voordeur!”, aldus de secretaris-generaal van de ERT. De ERT heeft in het verleden zwaar gelobbyd om de uitbreiding te bewerkstelligen. In verschillende Oost-Europese landen zette de ERT met steun van de Europese Commissie Business Advisory Councils op waarbij westerse multinationals met lokale bedrijven en politici rond de tafel zitten om de vorderingen van de liberalisering en de toetreding tot de EU te bespreken.
De ERT hoopt dat door de combinatie van de EU-uitbreiding naar het oosten en de verhoogde concurrentie, de druk op de West-Europese sociale zekerheid verder toeneemt. In het verleden heeft de ERT verschillende keren gepleit tegen de veel te royale werkloosheidsvergoedingen en pensioenen in landen als Duistland of België. Volgens de lobbygroep zijn deze een handicap in de internationale concurrentiestrijd.

Door het grote aantal landen zet de uitbreiding de EU onder druk om meer gecentraliseerd te werken en af te stappen van de consensusbesluitvorming. Tot het midden van de jaren ‘90 werden de belangrijkste EU-beslissing unaniem door alle lidstaten samen genomen. Toen was Europa al geen toonbeeld van democratie en het deficit dreigt nu groter te worden. Langzaam komt men tot een ‘gestroomlijnde’ besluitvorming waarbij meerderheden van landen voldoende zijn. De hervormingen van de Top van Nice (2000) passen perfect in deze trend naar meer centralisatie. De uitbreiding is een ideale gelegenheid om meer macht naar zich toe te trekken ten koste van de nationale staten.

Uw Commentaar