--> Inhoudstafel Brochure <--

Het neoliberalisme als Europese grondwet

Door hans Roels

Het kapitalisme bestaat in vele varianten. De projecten die in het verleden verwezenlijkt zijn door de EU en de bindende afspraken die gemaakt zijn tussen de lidstaten tonen een fanatieke gehechtheid aan de neoliberale variant van het kapitalisme. "Competiviteit en concurrentie moeten zegevieren, sociale en ecologische regels mogen niet in tegenspraak met de vrije markt zijn" is het europees credo geworden.
Wie er nog aan twijfelt kan het hieronder lezen: de natste dromen van de neoliberale economen zijn realiteit geworden dankzij de EU.

1992: één markt

Het eerste grote project dat de EU de laatste tien jaar afgewerkt heeft was de éénmaking van de Europese markt. Het kadert perfect binnen de neoliberale filosofie die vanaf de jaren '80 stijl opgang maakte. Door het afschaffen van tolheffingen en douane wou de EU de Europese economie meer blootstellen aan concurrentie. Bedrijven mogen zich voortaan overal in Europa vestigen en kunnen overal hun producten vrij verkopen. Bedrijven moeten vanaf 1992 rekening houden met meer (buitenlandse) concurrenten op hun markt.

Vervolledigen van de interne markt

Na 1992 zet de EU een nieuw vrijemarktoffensief in. Vooral sectoren als elektriciteit, telecommunicatie, post en treinverkeer moeten er aan geloven want in deze sectoren had de staat traditioneel veel invloed. De éénheidsmarkt van 1992 had hier niet veel effect gehad. Verschillende staatsbedrijven worden geprivatiseerd of moeten concurrentie dulden van privé-bedrijven. Deze bedrijven hebben niet de goede sociale bescherming van de vroegere staatsbedrijven (lonen, pensioenrechten,...) waardoor de concurrentie bikkelhard wordt. Een semi-staatsbedrijf als Sabena zit anno 2001 in zware moeilijkheden ook al is het aantal passagiers flink gestegen. Reden: de hevige concurrentie binnen europa. De enige oplossing is fusioneren of afslanken volgens de vrijemarktideologen, want "er zijn nog veel te veel luchtvaartbedrijven in Europa in vergelijking met de VS".

2002: één munt

De volgende stap op weg naar het vrijemarktparadijs is de ééngemaakte munt. Vanaf volgend jaar worden de nationale munten vervangen door de euro. Deze monetaire unie moet de concurrentie verder verscherpen. Door de euro zullen prijzen en productiviteit tussen verschillende landen gemakkelijker vergeleken kunnen worden. De landen die willen meedoen aan deze monetaire unie moeten voldoen aan de zogenaamde convergentiecriteria. Deze criteria (i.v.m. overheidsschuld, begrotingstekorten,...) lijken op het eerste zicht vrij technisch maar zijn bij nader toezien minder onschuldig dan ze lijken. Om aan deze Maastrichtnormen te voldoen hebben verschillende EU-landen serieus bezuinigd op allerlei sociale voorzieningen (in België gebeurde dit onder premier Dehaene). De monetaire unie is een bij wet vastgelegde neoliberale economie geworden.

Centrale bank

De oprichting van één centrale Europese bank heeft het marktdenken stevig verankerd in de EU. De statuten verplichten de bank niet meer om rekening te houden met de werkgelegenheid zoals de vroegere nationale banken wel verplicht waren. De Europese bank moet een strikt monetair anti-inflatie beleid voeren dat zelfs liberaler is dan dat van de centrale bank van de andere vrijemarktkampioen, de VS.

Sociale (bij)zaken

De EU heeft de laatste 15 jaar een stevige reputatie opgebouwd in het opstellen van (nutteloze) sociale afspraken. In tegenstelling tot liberale economische maatregelen die stevig verankerd zitten in de bindende Europese akkoorden, zijn de sociale akkoorden vrijblijvend (= niemand trekt er zich iets van aan). Sociale Handvesten (1989), Resoluties over Groei en Werkgelegenheid (1997) en een Handvest van de Grondrechten (2000) maakten het voor politici mogelijk om op de TV te verkondigen dat Europa ook sociaal een goede zaak is. En vervolgens leggen de regeringen en bedrijven deze akkoorden naast zich neer.
Zoals de voorzitter van de industriële lobbygroep ERT verkondigde n.a.v. een "sociaal" hoofdstuk in het verdrag van Amsterdam: "Als politici denken dat het belangrijk is om een hoofdstuk te hebben over het streefdoel van volledige werkgelegenheid en als ze denken dat dit helpt voor de publieke opinie, dan zijn we niet tegen... Het zal geen jobs creëren maar het kan ook geen kwaad, op voorwaarde dat dit hoofdstuk zeer algemeen blijft en enkel over intenties gaat."

Voor meer globalisering

De EU lijdt niet enkel in Europa aan een bekeringsdrang tot de vrije markt. Op wereldvlak is ze samen met de VS de grote motor achter de recente golf van liberalisering en globalisering. Samen waren zij bijvoorbeeld de gangmakers achter het (mislukte) MAI-akkoord en de GATT-onderhandelingen die uitmondden in de oprichting van de WHO. Daarnaast zijn er ook minder bekende vrijhandelsverdragen die de EU (zonder enige democratische inbreng) gesloten heeft, bijvoorbeeld met Mexico of Marokko. Normaal gezien gaan in juli onderhandelingen van start om het handelsverkeer met Mercosur (vrijhandelsblok van Zuid-Amerikaanse landen) vrij te maken. Om op lange termijn tot één vrijhandelszone te komen met de VS wordt samengewerkt in het obscure Transatlantic Economic Partnership. Verschillende afspraken die hieruit voorgekomen zijn, zijn in Europa al in de praktijk omgezet (ook al is maar een heel klein deel van de bevolking op de hoogte van deze zaken).
De Europese commissie wil nu ook vaart zetten achter de wereldwijde liberalisering van de diensten (onderwijs,oudertehuizen, verzekeringen, afvalverwerking,...) in de GATS-onderhandelingen. Dit moet geen verwondering wekken want zoals te lezen staat in een folder van de EU zelf, is europa nu veruit de grootste exporteur van commerciële diensten. Een oude (socialistische) wijsheid wordt hierbij bevestigd: over sectoren waar ze sterk staan en denken de concurrentie van de arme landen aan te kunnen, willen de kapitalistische landen met plezier praten over liberalisering!
Uw Commentaar